home

optredens

cd

audiovideo


liedteksten

biografie

contact

Liedteksten



1. Markeer mij

Je ziet me en je roept me en je komt in een draf
je vraagt waar ik geweest ben en je dwingt een knuffel af
ik vind je oh zo’n knapperd en je weet niet half hoe blij
Een land vol avonturen maar jij komt naar mij

En later in het spel krassen jouw nagels mijn vel
’t doet pijn jou te beminnen, schatje, als je me kwelt maar
Markeer mij met je tekens want ik ben van jou
En slaap dan in mijn armen zo zacht en zo lief, kom maar gauw

Breiend bij de kachel ‘s avonds wacht ik op jou
Al uren ben je buiten. Waar blijf je nou?
Het klikklak van de deur weerklinkt nog als je binnensjokt
Ik geef je snel je eten en blijf kijken hoe je schrokt

En later in het spel krassen jouw nagels mijn vel
’t doet pijn jou te beminnen omdat je me kwelt maar

Markeer mij met je tekens, want ik ben van jou
En slaap dan in mijn armen zo zacht en zo lief…

Daar buiten zo genadeloos, zo fel en zo wreed
Een beul voor de onschuldigen, een engel van leed
Maar binnen zo beminnelijk, zo ijdel en lui
Voor mij telt alleen dat tevreden geluid

En later in het spel krassen jouw nagels mijn vel
’t doet pijn jou te beminnen, maar toe maar en kwel mij,
Markeer mij met je tekens want ik ben van jou
En slaap dan in mijn armen zo zacht en zo lief, kom maar gauw




2. Seizoensfruit

Wi
j namen die avond jouw tuin in bezit
vol van onze plannen en jouw lievelingswijn
d
e avond was zoel en het bleef nog lang licht
begin van de vakantie
maar aan ons kwam een eind

die mooie wijn van jou
en aardbeien veel van mij
die jij niet eten wou

en het seizoen is nu allang voorbij


sindsdien de frambozen, de vlier ingemaakt

– helemaal alleen, want jij gaf me de bons -
maar tot mijn verdriet jouw fruit niet gesmaakt
wat is er dan gebeurd, het ging toch goed tussen ons?

de appels vallen al
mijn armen al minder bruin
‘tis vroeger donker al
en weinig te beleven in mijn tuin

maar het is nog niet te laat
ik wil met jou samen bramen eten
ik weet een plek waar heel veel staat
ga mee naar het bos, niemand hoeft het te weten

Hee, jij kunt mij met de herfst verzoenen
jouw fruit smaakt mij in alle seizoenen


3. Ademnood

oh nee, niet wandelen
oh nee, niet wandelen
ik blijf in mijn mand want ik wil niet mee
oh nee

Ik zie ze rennen, alle honden
Maar ik zit stil en kan niet mee
Ik zou graag spelen met ze, samen
Maar ik ben altijd buiten adem
ik wou maar dat ik het kon, en eens een wedstrijdje won
en niet zo sloompjes dee

Maar eens gebeurde mij een wonder
ik was bevrijd en kreeg de geest
niets dat mijn adem me benam
ik wist niet wat me overkwam
maar net toen ik het besefte zakte het alweer weg
het was een droom geweest

oh nee, niet wandelen
oh nee, niet wandelen

ik blijf in mijn mand want ik wil niet mee

oh nee


Perverse lieden maakten mij zo, met mijn platte snuit
Mismaakt ben ik maar dat deert je niet want ik zie er schattig uit
En dat ik levenslang in ademnood verkeer
Mijn trieste lot doet jou geen zeer

Nee jij zit er niet mee, nee

oh nee, niet wandelen

oh nee, niet wandelen
ik blijf in mijn mand want ik wil niet mee
oh nee


4. Lieve Rentmeester

(Valburg, april 2016)

Lieve Rentmeester,

mijn melk mag je nemen, ik ga akkoord
moge hij voedzaam zijn voor jouw soort

Mijn jong krijgt mijn melk niet, je voert het af
nog voor ik het zien of besnuffelen mag

Mijn kind, mijn kind, waar is mijn kind?
Ik zoek zijn geuren op de wind

Ik kan me niet draaien, mijn kooi zit dicht
nooit mag ik naar buiten, geen lucht, geen licht

Niet lopen, niet wroeten; ‘k leef niet naar mijn aard
vernederd mijn wezen, geknipt mijn staart

Opdat mijn vlees je smaken mag:
vergeet dat ik geen vreugde zag

Jij mag je tooien gaan met mijn vacht
geniet van de weelde, zo warm, zo zacht

Neem mij m’n vacht maar met bruut geweld
Laat mij daar spartelen – naakt, ontveld

Mijn vacht, mijn vacht, mijn trots, mijn tooi:
draag jij ‘m maar. Wat ben je mooi!

Wil steeds met mij je gang maar gaan,
je nederige:

Onderdaan.



5. Te snel beoordeeld

hij herkent in de tram soms zijn oud-begeleiders
maar dan draait hij zich om, want hij is nog steeds bang
bang dat ze wijzen naar hem dat-ie gek is
en hem weer opsluiten, nu levenslang

waarom hem zo snel beoordeeld
nooit meer bijgesteld
alle signalen genegeerd
al die tijd
hij was maar een kind en had niet in de gaten
dat hij daar niet hoorde
hij paste zich aan door expres te praten
met verkeerde woorden

waarom hem zo snel beoordeeld
nooit meer bijgesteld

alle signalen genegeerd
al die tijd

nu leeft hij buiten en alles is nieuw
in een onbekende wereld
hij heeft heb zoveel gemist, weet soms niet wat te doen
hij moet nog zoveel leren

als hij lachende kinderen ziet met hun ouders
of een rekenles opzeggen hoort uit een raam
wat heb je gedaan door hem dat te onthouden
heel zijn jong leven teloor laten gaan



6. Ogensnoep

vanaf een oude wollen deken
spreek je me aan in schuine blokjes en strepen
Je bent van voor mijn tijd
Ooit was je gewoon, maar nu een zeldzaamheid

Ik zoek steeds of je elders ook nog op me wacht
Niet in de tubes verf, niet op de lappenmarkt
Ik ken je DNA niet, weet niet hoe je heet
ik kan je niet omschrijven. Je ontsnapt me steeds

Je vertoont je soms
aan een stralend held’re hemel op een winterdag
voordat de lente komt
zou ’k je graag nog zien een keertje als het mag

ik snap je boven een korenveld van Van Gogh
je wervelt en je kronkelt maar ik zie je toch
je zit dus in dat landschap bij die cipresbomen
moet ik dan maar naar Zuid-Frankrijk komen?

je bent niet eens mijn grote liefde
maar alleen een fascinatie
een intrigerend raadsel, oh
de fruitigste, de exclusiefste
de zoetste van de regenboog
een snoepje ben je voor het oog

vanaf een oude wollen deken
spreek je me aan in schuine blokjes en strepen



7. Tijdreis

Alles verandert
alles ziet er anders uit
de meubels en de autoos
modes raken in en uit

Maar een ding bleef hetzelfde sinds mijn kindertijd
een ding is vrij van trends
de wolkenluchten boven mij –blauw of grijs
blijven als ik ben gewend

Kijk ik naar de wolkenlucht
dan is ineens geen dag verstreken
dan ga ik in de tijd terug
en tastbaar bijna is het verleden

Het zit ook in het wapperen van de was
de koestering van de zon
Het zien van madeliefjes in het gras
het brengt de tijd van vroeger weerom

Als je kodak en agfa moet geloven
waren kleuren vroeger geler of roder
Nee, een foto neemt mij niet zo in de tijd terug
als een wolkenlucht

alles verandert
maar een ding is vrij van trends
de wolkenluchten boven mij
blijven als ik ben gewend



8. Dat ik de tijd had

kwou nog steeds jou eens spreken
jou mijn liedjes nog steeds laten horen
twas al tijden geleden, maar
khad jou nooit uit gedachten verloren

Maar ik wachtte het moment nog af
er kwam steeds weer wat tussen
dacht ook dat er geen haast bij was
dus ik liet het nog rusten

Wij hebben samen nog staan zingen
ik zie ons daar nog staan
kheb nu alleen herinneringen
en jou tekortgedaan

Ik dacht dat ik de tijd had
dat ik de tijd had
Ik dacht dat ik de tijd had
dat ik de tijd had

Tzal me niet meer gebeuren
kga bij iedereen langs en ze opbellen
kmoet nu niet zitten treuren, nee:
kgrijp nu iedere kans, niets meer uitstellen

Wij hebben samen nog staan zingen
ik zie ons daar nog staan
kheb nu alleen herinneringen
en jou tekortgedaan

sorry man, excuses

te laat ben ik, wat spijt me dat
oh, wat nu
je hebt niet meer op mij gewacht
terwijl ik dacht

dat ik de tijd had
dat ik de tijd had
Ik dacht dat ik de tijd had
dat ik de tijd had



9. Waar het warm was

Ze namen me mee en het is hier niet fijn
Weg van jou, voor ik wist wat er gebeurd was
Het is hier hard en koud en mijn buik doet pijn
Vond je mij dan stout, dat ik weg moest waar het warm was?

Warm waaaaaas – wamwaaa…

‘k Kan alleen maar trillen en ik zak haast door mijn poten
Koud en warm en nat en alles draait zo om me heen
Ik roep maar en ik roep, maar er wil niemand bij mij komen
Mag ik dan niet drinken? Waarom liet je me alleen

Eenzaaaaam – mzaamzaaaa…

Op transport, met z’n allen opgepropt
Dagenlang, in een wagen gejonast
‘k Ben zo bang en ik heb zo’n dorst
Ga ik nu terug naar waar het warm was?

Warmwaaaas – wamwaaaa…



10. Ga slapen

Vertwijfeling, wanhoop
onrust, schuld
pijn en geheimen in duister gehuld
voorbij is de dag
je moed is geknakt
verslagen leg je je neer

Ga slapen, ga slapen
geef je nu over
los van de bakens
zink naar de bodem
de duik in het niets
verdooft je verdriet
je wanhoop voel je niet meer

Laat los je houvast
vrije val in de nacht
de slaap omarmt je zo zacht

Verwoeld en verkreukeld
door maanlicht gekust
in diepe vergetelheid
kom je tot rust
genezen je wonden
vergeven je zonden
Naar vrede keer je weer

als het daglicht weer schijnt
de verdoving verdwijnt
en alles doet je nog pijn
maar de auto’s weer gaan
en de bomen nog staan
blijkt het leven er nog te zijn



11. Frambozen voor ontbijt

Nu is het mijn beurt
zo dadelijk ben ik bij je en vandaag beken je kleur
Ik ben er bijna

Keer op keer
Jij wisselt van gedaante maar ontsnapt me nu niet meer
Je bent van mij nou

Jij bedankte tot mijn spijt
voor mijn frambozen voor ontbijt
Jij gaat ervan lusten
‘k zal plukken bij de dageraad en ik zal niet rusten
tot ik je smaad wreek

Van sap doorweekt
zal ik je dan voeren tot je om genade smeekt
en dan je huilen sussen

Ik houd nu je belofte aan
mijn naam komt op je huid te staan
Jij bedankte tot mijn spijt
voor mijn frambozen voor ontbijt



12. Sesamzaad

Je geeft me koffie; wil je melk, wil je suiker erin?
En honingzoet vertel je over jezelf
En over brood, geroosterd sesamzaad en van je verdriet
Je warme stem bezorgt me kippenvel

Ik ben betoverd en ik denk de hele dag aan jou
En oh ik voel het als jij denkt aan mij
Maar waarom bel je niet terug - wat wil je… wie zijn die andere
meisjes…?
Ben ik alleen tijdverdrijf?

De lieve glimlach, de attenties, de gevoelige snaar
Maar een charmeur maakt zijn beloftes niet waar
Het oogt verleidelijk, en die zaadjes smaken reuze krokant
Maar toch zit sesamzaad alleen maar aan de buitenkant

Wanneer ik zeg: ik moet gaan
Kijk jij me allerliefst aan en de zon en de sterren staan stil
Maar er gebeurt verder niets, je zegt alleen maar tot ziens, en niet:
Blijf nog, blijf nog, blijf nou nog even

Het oogt verleidelijk, en die zaadjes smaken reuze krokant
Maar toch zit sesamzaad alleen maar aan de buitenkant



13. Ik kwel jou

ik zeeg naar beneden honderden jaren
in alle rust naar de diepste lagen

bruut heb je mij waar ik lag te slapen
wakker gekust

Lomp met een pomp haal je mij naar boven
om te drinken heb je me nodig
laat voor ’t gemak de natuur verdrogen
winstbelust

ik ben zuiver, ik ben puur
kben niet oneindig, wees maar zuinig nou
ik kom wel op mijn zelfgekozen uur, wil nog wat in de grond verpozen
kom me niet halen – ik kwel jou

Je mest en je gif sijp’len naar beneden
zo vervuil je langzaam maar zeker
mijn tijdloosheid met je heden
achteloos

ik zeeg naar beneden honderden jaren
in alle rust naar de diepste lagen
bruut heb je mij waar ik lag te slapen
wakker gekust

ik ben zuiver, ik ben puur
kben niet oneindig, wees maar zuinig nou
ik kom wel op mijn zelfgekozen uur, wil nog wat in de grond
verpozen
kom me niet halen
kom me niet halen
kom me niet halen – ik kwel jou